Abonneer je op onze nieuwsbrief en ontvang 5% korting op je volgende bestelling!
🗓 18-06-2024 👤 Pia Bothe

Onder het (voedings)vergrootglas: Vasten

Vasten is de laatste jaren sterk in opkomst met claims als celvernieuwing en -verjonging, ontstekingsremmende effecten, verhoogde vetverbranding en darmreiniging. Vandaag leggen we uit of hier iets van waar is en waarom vasten meer dan alleen voordelen voor de gezondheid heeft.

Waarom mensen vasten

Niet alle vasten is hetzelfde, want afhankelijk van de gekozen methode is het ofwel een kwestie van het weglaten van bepaalde voedselgroepen of een algemene vermindering van de voedselinname, wat op zijn beurt voortvloeit uit verschillende motivaties. De vastenmaand Ramadan bijvoorbeeld is belangrijk voor vrome moslims en is een van de vijf zuilen van de islam. Tijdens de religieuze vastenperiode wordt er tussen zonsopgang en zonsondergang niet gegeten of gedronken. Dit is bedoeld om de relatie met Allah te versterken en de ziel te reinigen van zonden, omdat mensen zich in deze periode vooral concentreren op het gebed en de Koran. In het christendom is er een vastenperiode tussen Aswoensdag en Pasen ter voorbereiding op het feest van de wederopstanding van Jezus. In tegenstelling tot de Ramadan zijn er hier geen duidelijk geformuleerde regels of rituelen - hoe of wat er gevast wordt is meestal een individuele beslissing, die kan variëren van enkele dagen vasten tot onthouding van bepaald voedsel of nu bijvoorbeeld onthouding van mediaconsumptie.

Laten we duidelijk zijn: vasten is geen moderne trend, maar maakt al eeuwenlang deel uit van bepaalde religies en culturen.

Vasten om gezondheidsredenen

Naast religieuze redenen wordt vasten om gezondheidsredenen steeds populairder, vooral tegenwoordig. Het doel van vasten wordt vaak genoemd als een manier om in het reine te komen met het eigen lichaam, de darmgezondheid te verbeteren of autofagie te stimuleren, het lichaamseigen celreinigingsproces. Gewichtsverlies is ook vaak een argument ten gunste van mensen die vasten.

Therapeutisch vasten

Een eeuwenoude methode van vasten is het therapeutisch vasten, dat in zijn huidige vorm terug te voeren is op de arts Otto Buchinger. Terwijl Buchinger een vastenperiode van twee tot vier weken aanraadde, raadt de Ärztegesellschaft für Heilfasten und Ernährung e. V. (Medische Vereniging voor Therapeutisch Vasten en Voeding ) een periode van zeven tot tien dagen aan. Therapeutisch vasten begint met een verminderde calorie-inname van 1000 kilocalorieën. Verslavende middelen en stress moeten ook worden vermeden. Op de vastendagen mogen maximaal 500 kilocalorieën per dag worden geconsumeerd in de vorm van sappen gezoet met 30 gram honing of bouillon. Het vasten wordt dan verbroken door de calorie-inname langzaam te verhogen met bepaalde, meestal vegetarische, voedingsmiddelen. Volgens Buchinger heeft therapeutisch vasten ook een spiritueel en psychosociaal effect, omdat de vastende persoon externe prikkels vermindert.

Intermitterend vasten

Waar zijn de vastende mensen van de 21e eeuw? Intermitterend vasten natuurlijk. Dit type vasten is al enkele jaren een terugkerend thema in de media, bijna gehypet, vooral in relatie tot autofagie en gewichtsverlies. Maar eerst vertellen we je over de bekendste tijdslots binnen deze vorm van vasten:

  1. Het klassieke 14:10 of 16:8 vasten betekent 14 tot 16 uur per dag vasten, waarbij er acht tot tien uur tijd overblijft voor voedselinname. Hierbij wordt meestal het ontbijt of het avondeten overgeslagen. Overigens is deze vorm van intermitterend vasten bijna identiek aan die van de Ramadan.
  2. De 5:2 methode betekent dat je vijf dagen per week normaal eet, terwijl je twee dagen per week maximaal een kwart van je gebruikelijke calorie-inname eet.
  3. Bij alternerend dagvasten eet je om de dag slechts ongeveer 25% van de overige calorieën.

Intermittent fasting is vooral bedoeld om autofagie te stimuleren. Er wordt vaak beweerd dat dit gebeurt na twaalf uur vasten. Dit kan waar zijn, maar het moet ook samengaan met een constant laag insulineniveau. Dan worden eerst de glucosevoorraden van lever- en spiercellen aangesproken, daarna de vetcellen en pas aan het eind wordt autofagie gebruikt als middel voor energieproductie. Het is dus mogelijk dat autofagie na twaalf tot 16 uur optreedt, maar het exacte aantal uren verschilt waarschijnlijk van persoon tot persoon. Bovendien treedt het volledige effect van autofagie pas op na 48 tot 72 uur, waarin ook celvernieuwing plaatsvindt. Daarom is de kans groot dat autofagie optreedt tijdens een vastenkuur van tien dagen, omdat er over een langere periode maximaal 500 kilocalorieën worden geconsumeerd, waardoor de insulinespiegel onvermijdelijk laag blijft. Of autofagie ook optreedt na twaalf tot 16 uur intermitterend vasten is nog niet onomstotelijk bewezen.

Vasten: de hype waard?

Dit kan niet over de hele linie worden gezegd. Dit komt omdat menselijke klinische studies nog niet zo gebruikelijk zijn op het gebied van vasten, omdat het onderzoeksveld nog in de kinderschoenen staat. Hoewel dierstudies aantonen dat het risico op bijvoorbeeld diabetes mellitus type 2, hart- en vaatziekten en kanker kan worden verminderd door intermitterend vasten, is dit nog niet bewezen in onderzoeken bij mensen. Er zijn eerder reviews over hoe vasten de gezondheid zou kunnen beïnvloeden. Wat betreft het verminderen van vetvrije massa lijkt intermittent fasting echter gunstiger te zijn dan een "normaal" dieet, omdat er in vergelijking meer spiermassa verloren gaat. Hierbij moet worden opgemerkt dat je een calorietekort moet hebben om af te vallen, zelfs met intermittent fasting. Voor veel mensen gebeurt dit echter automatisch, omdat het kleinere tijdsvenster voor voedselinname betekent dat ze meestal minder eten.

Op zijn beurt kan vasten leiden tot het bekende jojo-effect, omdat de basale stofwisseling afneemt tijdens de vastenperiode en als de langzame toename van calorieën niet wordt waargenomen, worden er overmatige hoeveelheden gegeten.

De grote beweringen over vasten, d.w.z. celvernieuwing, ziektepreventie, verhoogde cognitieve prestaties en zelfs de verjonging van het lichaam die door sommigen worden beweerd, kunnen echter niet worden bevestigd door de voedingswetenschap.